5 vragen over de naderende recordbeursgang van Freddie Mac en Fannie Mae
In dit artikel:
De Amerikaanse hypotheekgiganten Fannie Mae en Freddie Mac bereiden zich voor op een terugkeer naar de beurs van New York, mogelijk nog voor het einde van het jaar. De plannen — door het Witte Huis en investeringsbanken aangedreven — zouden samen een waardering van ongeveer $500 miljard kunnen opleveren; de verkoop van 5–15% van de aandelen zou de Amerikaanse schatkist ruwweg $30 miljard kunnen opleveren en daarmee één van de grootste beursintroducties ooit betekenen.
Wie en wat: Fannie Mae (Federal National Mortgage Association) en Freddie Mac (Federal Home Loan Mortgage Corporation) kopen hypotheken van banken op, bundelen die vaak in mortgage‑backed securities (MBS) en garanderen betalingen aan beleggers. Daardoor helpen ze de hypotheekmarkt soepel te laten functioneren en ondersteunen ze een groot deel van de circa 51 miljoen Amerikaanse hypotheken. Beide instellingen zijn government‑sponsored enterprises (GSE’s): private ondernemingen met speciale wettelijke privileges en stevig overheidstoezicht, maar zonder een contractuele garantie dat de staat altijd bijspringt.
Geschiedenis en waarom ze onder toezicht kwamen: Fannie ontstond tijdens de New Deal (1938) en Freddie volgde in de jaren 70 als instrument om de hypotheekvraag te vergroten. Tot 2008 waren beide beursgenoteerd, maar tijdens de kredietcrisis bleken ze te veel risicovolle leningen en MBS te hebben aangehouden. Toen de huizenmarkt inzakte en wanbetalingen opliepen, werden ze in juli 2008 onder conservatorship geplaatst door de Federal Housing Finance Agency (FHFA). Het ministerie van Financiën injecteerde destijds ongeveer $190 miljard. Sindsdien opereren ze onder streng toezicht; in 2010 verdween de handel van de NYSE naar de minder gereguleerde over‑the‑counter markt. Sinds 2019 mogen ze wel hun winsten aanhouden om kapitaal op te bouwen, wat de weg vrijmaakte voor mogelijke nieuwe beursgangen.
Wat nu bekend is over de IPO: President Trump dringt al langere tijd aan op herprivatisering en zou persoonlijk gesprekken hebben gevoerd met CEO’s van grote Amerikaanse banken en toezichthouders over de plannen. Onzekerheden blijven bestaan: het is onduidelijk of de bedrijven gezamenlijk of apart naar de beurs gaan. Investeerders als Bill Ackman pleiten voor een fusie tot één entiteit om schaalvoordelen en lagere rentes te behalen. Politiek wordt de herintroductie ook benut als een financieel- en PR‑middel; Trump publiceerde zelfs een door AI gemaakte fusie‑visual met de naam ‘The Great American Mortgage Corporation’.
Belang en risico’s: Een succesvolle IPO levert de staat veel geld op en zou de GSE’s weer privaat maken, maar roept ook vragen op over toezicht, marktrisico’s en de implicaties voor toekomstige hypotheekstabiliteit.