AEX herstelt verder maar van rally nog geen sprake
In dit artikel:
De Amsterdamse beurs klom afgelopen week verder, waardoor het technische plaatje is verbeterd, maar een echte kerstrally lijkt af te hangen van het rentebesluit van de Amerikaanse Federal Reserve volgende week. De AEX sloot vrijdag op 947,50 punten, een winst van 0,4% ten opzichte van de voorgaande week (rond 934 punten). Analist Justin Blekemolen (Lynx) wijst erop dat door het terugwinnen van de barrière bij circa 945,45 punten het technische vooruitzicht is opgeknapt.
Onder beleggingsspecialisten heerst optimisme over het jaareinde: in een maandelijkse enquête van Corné van Zeijl (Cardano) verwacht 52% van de deelnemers dat de markt nog stijgt — het hoogste optimisme in lange tijd. Voor de langere termijn zijn verwachtingen echter terughoudender: slechts 32% anticipeert op stijgingen, 29% op dalingen.
Belangrijk voor de markten is het rentebesluit van de Fed, gepland voor volgende week woensdag. De kans op een verlaging van 25 basispunten lag rond 87%, mede gevoed door een teleurstellend banenrapport van ADP. ADP registreerde in november een krimp van 32.000 banen in de private sector, tegen 47.000 groei in oktober en een verwachte toename van 40.000. ADP-hoofdeconoom Nela Richardson signaleert grilligheid in aannames en een grotere terughoudendheid bij kleine bedrijven. Economisch onderzoeker Capital Economics ziet in deze cijfers aanleiding voor de Fed om de rente te verlagen; ING’s Simon Wiersma verwacht dat de Fed sterker naar arbeidsmarktindicatoren zal kijken dan naar de nog dalende, maar nog niet ideale inflatie.
Op macrovlak waren inflatiecijfers uit de eurozone weinig verrassend, wat de Europese Centrale Bank waarschijnlijk aan de zijlijn houdt. Wereldwijde inkoopmanagersindices lieten een lichte krimp in de industrie zien in Japan, China en de eurozone; economisch analist Cyrus de la Rubia (Hamburg Commercial Bank) merkt op dat industriële groei wel in zes van acht eurozonelanden plaatsvond, maar dat de belangrijkste industriële grootmachten Duitsland en Frankrijk krimpten. De dienstensector toonde in de eurozone juist herstel en compenseerde deels de industriële zwakte, een trend die ook in de VS zichtbaar was.
Verder: Amerikaanse consumentenuitgaven en PCE-inflatie werden licht bijgesteld (PCE-kern van 2,9% naar 2,8%); de euro stond rond 1,1658 dollar; olieprijzen stegen mede door OPEC+'s besluit productie in Q1 2026 ongewijzigd te houden en door geopolitieke spanningen rond Oekraïne, waar vredesonderhandelingen weinig vorderden.