Amerikaanse werkloosheid nabij 4-jaars hoogtepunt, arbeidsmarkt tot stilstand gekomen
In dit artikel:
In augustus zwakte de Amerikaanse arbeidsmarkt flink af: het aantal banen buiten de landbouw steeg slechts met 22.000 en het werkloosheidspercentage klom naar 4,3%, het hoogste niveau in bijna vier jaar. Het arbeidsmarktrapport van het Bureau of Labor Statistics (BLS), gepubliceerd vrijdag in Washington, bevestigt dat de banengroei stagneert en vergroot de verwachting dat de Federal Reserve op de beleidsvergadering van 16–17 september waarschijnlijk renteverlagingen zal inzetten.
De cijfers laten ook zien dat juni voor het eerst sinds december 2020 banen verloor (revisie: −13.000), en dat juli werd opgewaardeerd naar +79.000. Economen waren uitgegaan van circa +75.000 banen in augustus; schattingen varieerden sterk. De gemiddelde aanwas over de afgelopen drie maanden bedraagt ongeveer 29.000 banen per maand, tegen 82.000 in dezelfde periode vorig jaar. Dat wijst op een duidelijke afkoeling van de arbeidsmarkt.
Sectorale ontwikkelingen: de gezondheidszorg voegde met 31.000 de meeste banen toe, maar zelfs daar lag de toename onder het twaalfmaandsgemiddelde. Sociale hulp groeide met 16.000 banen. Tegelijkertijd krompen federale overheidsbanen met 15.000 en gingen er banen verloren in groothandel, industrie, bouw en zakelijke dienstverlening. De stijging van de werkloosheid kwam mede doordat meer mensen de arbeidsmarkt betraden; in juli waren er voor het eerst sinds de pandemie meer werklozen dan vacatures.
Analisten wijzen op beleid en methodologie als oorzaken. Brede importtarieven van president Trump — waarmee het gemiddelde tariefniveau in de VS is gestegen tot het hoogste niveau sinds 1934 — en een strengere immigratieaanpak zouden zowel het vertrouwen van bedrijven als het arbeidsaanbod hebben gedrukt. Een gerechtelijke uitspraak die veel tarieven onwettig verklaarde voegde extra onzekerheid toe. “De noodklok op de arbeidsmarkt die een maand geleden afging, klinkt nu nog luider,” aldus Olu Sonola van Fitch Ratings, die verwacht dat de Fed prioriteit zal geven aan werkgelegenheid boven het inflatiedoel.
Daarnaast speelt de zogeheten birth-and-death-methode van het BLS een rol bij de fluctuaties: omdat er weinig arbeidsmarktverloop is, wordt de banengroei sterk bepaald door netto-opstarten en -stops van bedrijven, een onderdeel dat gevoelig is voor bijstellingen. Ernie Tedeschi (Yale/Budget Lab) wijst erop dat dat gedeelte van de schattingen niet direct uit enquêtes komt en daardoor onnauwkeuriger kan zijn. Op basis van driemaandelijkse QCEW-gegevens wordt een mogelijke neerwaartse bijstelling van het werkgelegenheidsniveau tot wel 800.000 banen voor de 12 maanden tot en met maart gesuggereerd; het BLS publiceert binnenkort een voorlopige bijstelling.
De politieke context blijft gespannen: president Trump ontsloeg recent BLS-commissaris Erika McEntarfer na kritiek op de cijfers en nomineerde E.J. Antoni als opvolger — een kandidaat die onder economen controversieel en door velen als ongeschikt wordt gezien. Marktreacties op het banenrapport leidden tot dalende staatsrentes en een verzwakkende dollar. Witte Huis-econoom Kevin Hassett noemde het rapport “enigszins tegenvallend”, maar verwacht dat latere revisies de cijfers mogelijk zullen verbeteren.