Amerikaanse huishoudschulden stijgen bescheiden in Q3, zegt New York Fed
In dit artikel:
De New York Federal Reserve rapporteerde woensdag dat de totale Amerikaanse huishoudschuld in het derde kwartaal licht toenam: +1% (ongeveer $197 miljard) ten opzichte van Q2, naar $18,6 biljoen, en $642 miljard hoger dan een jaar eerder. Hypotheken stegen met $137 miljard tot $13,1 biljoen, creditcardschulden namen met $24 miljard toe tot $1,23 biljoen, studieleningen klommen met $15 miljard naar $1,65 biljoen en autoleningen bleven ongeveer stabiel op $1,66 biljoen.
In het kwartaal verkeerde ongeveer 4,5% van alle schulden in enige vorm van betalingsachterstand. Nieuwe achterstanden gaven een verschillend beeld per soort lening, maar het aandeel dat in ernstige problemen terechtkwam nam toe voor alle categorieën behalve hypotheken. Studieleningen vormden de grootste bron van toenemende stress: het aandeel dat in ernstige achterstand terechtkwam steeg fors — de overgang naar die status bedroeg 14,3% in het kwartaal versus 0,77% een jaar eerder — en 9,4% van de totale studieleningenschuld stond meer dan 90 dagen achter of was in gebreke (10,2% in Q2, 7,8% in Q1). Onderzoekers waarschuwen dat de hervatting van betalingen na de pandemiepauze de cijfers aan het bewegen heeft gebracht en extra druk zet op leners.
De New York Fed beoordeelde de geaggregeerde huishoudbalansen als over het algemeen behoorlijk robuust, maar signaleerde risico’s: de arbeidsmarkt verzwakt enigszins en werkloosheid stijgt vooral bij jongere en bij zwarte en Latijns‑Amerikaanse leners. Dat schept de kans dat de achterstandscijfers opnieuw gaan oplopen als meer huishoudens inkomstenverlies ervaren. Fed‑voorzitter Jerome Powell en de onderzoekers merkten bovendien op dat de economische dynamiek gespleten is: hogere inkomens blijven uitgaven volhouden, terwijl huishoudens onderaan het inkomensspectrum harder worden geraakt door hoge prijzen en zwakkere arbeidsmarktperspectieven.
Kortom: groei van de schuld is gematigd en de meeste arresten blijven stabiel, maar de herstart van studieleningsbetalingen en tekens van verslechtering op de arbeidsmarkt bij kwetsbare groepen vergroten de onzekerheid over toekomstige betalingsproblemen.