Honda's grotere bedreiging komt van Chinese EV-makers, niet van tarieven of chips
In dit artikel:
Honda heeft zijn winst- en verkoopverwachting voor het hele boekjaar flink naar beneden bijgesteld, een zet die laat zien hoe acute problemen (Amerikaanse tarieven en wereldwijde chiptekorten) samengaan met een structurele bedreiging: snelle concurrentie van Chinese elektrische-autofabrikanten in Azië. Het Japanse concern verlaagde vrijdag na beurs zijn outlook met ongeveer een vijfde, en rekent op een negatieve invloed van de Amerikaanse importheffingen van circa 385 miljard yen (zo’n 2,6 miljard dollar). Ook noemt Honda éénmalige kosten voor EV‑projecten en een productieverlies door een componententekort bij chipleverancier Nexperia — een bedrijf dat recent onder Nederlandse controle kwam nadat het eigendom is van het Chinese Wingtech.
De herziening omvat een aangepaste verkoopprognose in Azië (inclusief China) van 925.000 voertuigen, ruim 10% lager dan de eerdere 1,09 miljoen. Wereldwijd verlaagde Honda de verwachte autoverkoop naar 3,34 miljoen stuks (oorspronkelijk 3,62 miljoen), waarbij ongeveer 110.000 voertuigen minder zijn toegeschreven aan het Nexperia‑tekort. De aandelen reageerden negatief en daalden onder meer maandag fors.
Een belangrijk en langduriger probleem is het marktaandeelverlies in Zuidoost‑Azië. Waar Japanse merken ooit dominant waren, zetten Chinese spelers zoals BYD de aanval in met lage prijzen en agressieve internationale uitbreiding — mede aangewakkerd door een hevige prijsoorlog binnen China. Honda meldt stevige dalingen in retailverkopen over de eerste negen maanden: bijna 30% in Indonesië, 18% in Maleisië en 12% in Thailand. Tegelijk verhoogt de concurrentie de druk op marges, omdat autodealers meer incentives en prijsverlagingen inzetten om klanten te winnen. Voor de regio staan geen nieuwe modellen gepland dit en volgende boekjaar (behalve een uitgebreide update van de City), wat het risico vergroot dat Chinese merken verder terrein winnen.
Tegelijkertijd zoekt Honda naar groeigebieden die minder door China worden beïnvloed: India komt centraal te staan als productiebasis en exportplatform voor toekomstige EV’s. Ook Toyota en Suzuki investeren miljarden om productie en exportcapaciteit in India uit te breiden. Binnen Honda zelf tekenen zich scheefgroeiende prestaties af: de auto‑tak noteerde voor het derde kwartaal op rij een operationeel verlies, terwijl de motorfietstak recordwins behaalde — wat discussies oproept over strategische herstructurering.
In Noord‑Amerika blijft de markt groot (42% van de wereldverkoop), maar ook daar is Honda niet immuun: tarieven en chiptekorten leidden tot sluiting van een Mexicaanse fabriek en productiewijzigingen in de VS en Canada, met een geraamde winstimpact van circa 150 miljard yen. Gegeven deze combinatie van kortetermijnschokken en verscherpte concurrentie, zijn eerdere fusiebesprekingen met Nissan nauwelijks herlevendbaar gezien de zwakkere financiële posities van meerdere Japanse producenten.