Banketten en miljarden: hoe AstraZeneca een medicijndeal met Trump sloot
In dit artikel:
AstraZeneca-topman Pascal Soriot sloot vrijdag in het Oval Office met president Donald Trump een akkoord waarmee medicijnprijzen voor miljoenen Amerikanen omlaag moeten gaan. De overeenkomst, de eerste tussen de Amerikaanse regering en een niet-Amerikaanse grote farmaceut, is het resultaat van maandenlange, vertrouwelijke gesprekken tussen Soriot en Trump‑functionarissen sinds november vorig jaar en van last-minute onderhandelingen in de aanloop naar de ondertekening.
Het dealpakket combineert prijsconcessies op bepaalde medicijnen binnen Medicaid met toezeggingen van AstraZeneca om meer geneesmiddelen lokaal in de VS te produceren. Daarmee beperkt het bedrijf het risico van dreigende Amerikaanse importtarieven — een drukmiddel dat Trump inzette met een ultimatum eind september en dreigingen tot wel 100% heffing — en creëert het meer duidelijkheid voor zijn Amerikaanse activiteiten zonder de verwachte inkomsten substantieel te schaden, volgens analisten.
Soriot bouwde strategische relaties op met sleutelspelers in Washington en op staatsniveau. Hij kondigde al in november een investering van 3,5 miljard dollar in Amerikaanse productie en research aan, sloot later een plan voor een fabriek van circa 4,5 miljard dollar in Virginia en werkte nauw samen met gouverneur Glenn Youngkin. Die Virginia‑fabriek, waarvan de initiatieffasen bijzonder snel verliepen, droeg bij aan goodwill tussen AstraZeneca en de regering en versnelde de nationale deal.
De zet past in een bredere Amerikaanse push om medicijnprijzen te verlagen door middel van maatregelen als most‑favored‑nation prijsstelling en door actieve werving van investeringen. AstraZeneca profileert zich steeds meer als een “zeer Amerikaans bedrijf”: het kondigde een investeringsplan van 50 miljard dollar voor de VS aan en wil naast de Londense notering ook volledig in de VS zijn genoteerd.
Voor AstraZeneca is de overeenkomst zowel verdediging als strategische stap: het vermindert exposure aan handelsmaatregelen, verstevigt toetreding tot de grootste farmaceutische markt en ondersteunt het ambitieuze doel om tegen 2030 zo’n 80 miljard dollar omzet te behalen, waarvan een groot deel uit de VS moet komen. Hoewel het bedrijf op sommige punten concessies deed, wordt de deal door markten en bestuurders gezien als een winstgevende uitkomst die stabiliteit biedt temidden van politieke druk op de sector.