Beleggers hunkeren naar uitgestelde data over de Amerikaanse economie
In dit artikel:
De komende week brengt een stapel uitgestelde economische cijfers die markten en beleidsmakers meer duidelijkheid moeten geven over de Amerikaanse economie. Door een 43 dagen durende sluiting van de federale overheid waren meerdere maandcijfers vertraagd; onder meer het banenrapport over november verschijnt dinsdag en de consumentenprijsindex (CPI) volgt donderdag, naast cijfers over detailhandelsverkopen.
Aandelenmarkten noteerden donderdag optimisme: de S&P 500 sloot op een record en staat dit jaar ongeveer 17% in de plus, waarmee de winst sinds het begin van de huidige bullmarkt (oktober 2022) boven de 90% komt. Die koerswinst wordt echter getest door recente sectorverschuivingen — een tegenvallend Oracle-rapport drukte donderdag op technologieaandelen — en door het risico dat beleggers hun behaalde winsten veiligstellen in combinatie met geringere handelsvolumes rond de feestdagen, wat prijsbewegingen kan uitvergroten.
De Federal Reserve verlaagde woensdag de rente met een kwart procentpunt, de derde keer op rij, maar gaf aan dat verdere verlagingen op korte termijn onwaarschijnlijk zijn totdat er meer economische duidelijkheid is. Door het inhaalschema van de data krijgen beleidsmakers feitelijk drie maanden aan arbeids- en inflatie-informatie tussen de december- en januarivergadering, wat beslissingen in het nieuwe jaar kan beïnvloeden. Fed-voorzitter Jerome Powell wees erop dat de arbeidsmarkt sinds april gemiddeld ongeveer 40.000 banen per maand liet zien, maar dat de Fed die cijfers mogelijk te optimistisch vindt; sommige interne schattingen suggereren zelfs een gemiddelde baanverlies.
Analisten verwachten een magere banengroei (Reuters-peiling: circa +35.000). Als de banenstroom negatief wordt, nemen stemmen voor een recessiediscussie toe. Ook blijft inflatie boven het streefniveau van de Fed iets dat verdere versoepeling kan bemoeilijken. Sommige economen (onder meer bij Morgan Stanley) gaan nog uit van renteverlagingen in januari en april, maar geven aan dat die afhankelijk blijven van ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de inflatie. Het overzicht van aankomende rapporten — banen, CPI, detailhandel — zal beslissend zijn voor de marktrichting richting het jaareinde.