Bunq ontvangt miljoenenboete vanwege 'ernstige tekortkomingen' in AML-controles

In dit artikel:

De Nederlandse toezichthouder DNB heeft onlinebank bunq in mei een boete van €2,6 miljoen opgelegd omdat de bank tussen januari 2021 en mei 2022 ernstige tekortkomingen had in haar anti-witwascontroles. DNB stelt dat bunq onvoldoende opvolging gaf aan alerts uit transactiemonitoring, waardoor signalen van mogelijke financiële criminaliteit niet of niet grondig genoeg werden onderzocht. Verder kon bunq niet overtuigend uitleggen waarom transacties met vergelijkbare kenmerken in het ene geval wel en in het andere geval niet werden gemeld bij FIU‑Nederland, wat het risico vergrootte dat ongebruikelijke transacties te laat of helemaal niet werden gemeld.

DNB concludeert dat bunq daardoor onvoldoende zicht had op zowel klanten als hun transacties en benadrukt dat banken vanwege hun toegang tot betalingsgegevens een centrale rol vervullen in de strijd tegen ondermijnende criminaliteit. Bunq reageert dat zij haar poortwachtersfunctie serieus neemt en voortdurend verbeteringen doorvoert; de bank liet weten dat zij “de rechtszaak hierover … met vertrouwen tegemoet ziet” nadat zij op 9 mei beroep had aangetekend (drie dagen na de boete). De bezwaarprocedure loopt nog.

Het is niet de eerste keer dat bunq een boete krijgt voor soortgelijke tekortkomingen. In een eerdere zaak oordeelde het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in oktober 2022 dat DNB niet had aangetoond dat de door bunq gebruikte AI‑screening in strijd met de wet was of dat monitoring van particuliere klanten had gefaald. Wel vond het CBb toen bewezen dat bunq onvoldoende onderzoek deed naar de herkomst van klanteninkomsten en onvoldoende aandacht had voor klanten met een politieke prominente functie (PEP). Deze eerdere uitspraak schetst een complex juridisch kader waarbinnen de huidige procedure moet worden gezien.