Drinkwaterbedrijven willen norm voor maximale hoeveelheid lithium in oppervlaktewater
In dit artikel:
De Vereniging van Rivierwaterbedrijven (Riwa-Rijn), namens drinkwaterbedrijven zoals Oasen, PWN, Vitens en Waternet, vraagt de Europese Commissie om een officiële kwaliteitsnorm voor lithium in oppervlaktewater. De oproep komt omdat in Europa — ook langs Rijn en Maas — steeds meer lithium wordt gewonnen en verwerkt voor batterijen, waardoor de kans op verontreiniging van rivierwater toeneemt. Nederland haalt drinkwater voor circa 5 miljoen mensen uit de Rijn.
Riwa waarschuwt dat wetenschappelijk onderzoek aanwijzingen geeft voor ecologische en mogelijke gezondheidseffecten van lithium. Omdat lithium ook als geneesmiddel voor bipolaire stoornissen wordt gebruikt en invloed heeft op het menselijk brein, vinden de waterbedrijven dat veiligheidsmarges groot moeten zijn. Bovendien is lithium moeilijk te verwijderen met gangbare zuiveringsmethoden: het is zeer klein en goed oplosbaar, waardoor bestaande zuiveringstechnieken nauwelijks soelaas bieden.
Waar eerdere dalingen in lithiumconcentraties te zien waren door afnemende mijnbouw, verwachten de drinkwaterbedrijven dat nieuwe en geplande fabrieken de belasting sterk verhogen. In het Rijnstroomgebied wordt tot 2028 zo’n 200.000 ton lithiumzouten verwacht; een recyclingfabriek in Dormagen zou vanaf volgend jaar 30.000 ton aan afgedankte EV-batterijen verwerken en kan lokaal al voor een stijging van circa 8 µg lithium per liter zorgen. Het RIVM hanteert voorlopig een ondergrens van 11 µg/l; bij Lobith werd al 13 µg/l gemeten. Omdat die RIVM‑waarde indicatief is en niet bindend, bestaat het risico dat upstream‑lozingen in het buitenland niet aan grenzen worden gehouden. Riwa pleit daarom voor een bindende EU‑norm om vergunningverlening en bescherming van drinkwater beter te regelen.