ECB's Schnabel: rente stabiel houden nu economie veerkrachtig blijft ondanks tarieven
In dit artikel:
Isabel Schnabel, invloedrijk hawk binnen de Europese Centrale Bank, zegt in een interview in Frankfurt dat de ECB de huidige beleidsrente van 2% voorlopig best stabiel kan houden. Na een jaar van versoepeling sloot de bank die cyclus in juli af; bestuurders willen eerst het volledige effect van de recent overeengekomen Amerikaanse importheffingen afwachten voordat zij opnieuw versoepelen. Schnabel benadrukt dat de huidige rente de eurozone-economie slechts licht ondersteunt en dat ze op dit moment geen aanleiding ziet voor verdere verlagingen.
Hoewel markten een sterke kans inprijzen op renteverlagingen richting volgend jaar en er intern dit najaar mogelijk weer over ruimere maatregelen wordt gesproken, wijzen Schnabels observaties op tegenkracht: de binnenlandse vraag in de eurozone blijft robuust en verwacht wordt dat Duitse investeringen in infrastructuur en defensie een aanzienlijke fiscale impuls geven. Tegelijk waarschuwt ze dat mondiale handelsbeperkingen — zoals Amerikaanse tarieven en Chinese exportbeperkingen op zeldzame aardmetalen — inflatie opdrijven door hogere inputprijzen en verstoringen in wereldwijde toeleveringsketens. Ook de snelle stijging van voedselprijzen draagt bij aan risico’s aan de bovenkant, waardoor de inflatie hoger kan uitvallen dan de ECB-ramingen voor 2025–2027.
Schnabel ziet geen aanwijzingen dat Chinese bedrijven momenteel goedkoopweg goederen op de eurozone dumpen; Chinese exportprijzen zijn hersteld en importkosten naar de eurozone blijven laag maar stabiel. Verder maakt een sterkere euro haar minder zorgen omdat betere groeivooruitzichten de prijseffecten dempen.
Hoewel zij nu geen pleidooi voert voor verkrapping, waarschuwt Schnabel dat een meer gefragmenteerde wereldeconomie, ruimhartig begrotingsbeleid en vergrijzing ertoe kunnen leiden dat centrale banken wereldwijd eerder dan verwacht de rente weer moeten verhogen. Ze blijft bereid haar standpunt aan te passen als zich materiële en aanhoudende afwijkingen van het ECB-inflatiedoel voordoen, maar acht dat onwaarschijnlijk.