Verdeelde Fed-beleidsmakers positioneren zich voor decembervergadering
In dit artikel:
In Washington zei Fed-gouverneur Stephen Miran maandag dat het misleidend is om aan de hand van stijgende aandelenkoersen en smalle bedrijfsobligatiespreads te concluderen dat het monetaire beleid niet restrictief is. Miran, die vorige week tegen de besluitvorming stemde en pleitte voor een renteverlaging van 50 basispunten in plaats van de uiteindelijke 25, waarschuwt dat die markindicatoren andere krachten weerspiegelen en dat delen van het financiële stelsel juist tekenen van stress vertonen. Ook rentegevoelige sectoren zoals de woningmarkt blijven zwak, aldus Miran, wat volgens hem het risico op een economische neergang vergroot.
Zijn opmerkingen volgen op de verdeelde Fed-beslissing van 9-10 december waarbij de beleidsrente met 25 bp werd verlaagd naar 3,75–4,00% — een zeldzame 10-2 stemming die aantoont hoe diep de meningsverschillen binnen de Fed zijn. Voorzitter Jerome Powell erkende bij de persconferentie die verschillen expliciet en stelde dat verdere verlagingen niet vaststaan.
Kansas City Fed-president Jeffrey Schmid, die tegen verlaging stemde en vond dat de Fed de strijd tegen de boven-doelstelling inflatie moet volhouden, wees juist op de sterke markten als reden om terughoudend te blijven. Miran antwoordde dat zo’n kijk te veel negeert wat er elders in het financiële systeem mis kan zijn. Hij herhaalde zijn analyse dat demografische veranderingen en andere schokken de neutrale rente hebben verlaagd, waardoor het beleid effectief strakker is dan het lijkt; daarom wil hij in grotere stappen verlagen tot dat neutrale niveau is bereikt.
Later die dag voerden andere Fed-functionarissen de discussie voort, onder meer tijdens een optreden van gouverneur Lisa Cook bij de Brookings Institution — haar eerste openbare verschijning sinds een door Trump gezette ontslagpoging die door rechtbanken is geblokkeerd en nu nog bij het Hooggerechtshof loopt.