Generaal Elanor Boekholt-O'Sullivan: 'Ik ken geen vrouw die niet een vervelende ervaring op straat heeft meegemaakt'

zaterdag, 18 oktober 2025 (00:34) - Het Financieele Dagblad

In dit artikel:

Elanor Boekholt-O’Sullivan (49) begon op haar achttiende bij Defensie nadat ze een moeilijke jeugd had doorgemaakt en de middelbare school zonder diploma verliet. In 31 jaar dienst klom ze op tot de hoogste echelons: de eerste vrouwelijke commandant van een vliegbasis, de eerste vrouwelijke tweesterren- en later driesterrengeneraal van Nederland, en werd ze in 2023 uitgeroepen tot Topvrouw van het Jaar. Sinds 2022 zit ze ‘aan de goede tafel’ — hetzelfde invloedrijke overleg als commandant der strijdkrachten Onno Eichelsheim — en gebruikt die positie om ongelijkheid binnen de krijgsmacht aan te pakken. Ze werkt naar eigen zeggen nog steeds zo’n tachtig uur per week.

Deze week verscheen haar boek Gewapend met gevoel, dat ze op persoonlijke titel in actieve dienst publiceerde om verandering te versnellen. Boekholt wil met het boek zowel binnen Defensie als daarbuiten hindernissen voor vrouwen zichtbaar maken en organisaties overtuigen dat diversiteit en inclusie de effectiviteit verbeteren. Ze zegt het te doen “voor de vrouwen die na mij komen” en om structurele veranderingen achter te laten.

Boekholt beschrijft in het interview concrete voorbeelden van ongelijke behandeling en ondoordachte organisatiepraktijken. Zij noemt gevallen variërend van een vrouwelijke collega die wegens zwangerschap niet bij een inlichtingendienst kon blijven, tot een incident waarbij de haren van een vrouwelijke pilote werden verbrand — dat laatste riep bij haar sterke woede en ongeloof op omdat omstanders niet ingrepen. Zulke incidenten zetten haar aan tot vragen als waarom bepaalde dingen acceptabel lijken binnen een organisatie waar ze trots op is, en wat nodig is om dat te veranderen.

Praktische problemen vormen een belangrijk onderdeel van haar kritiek: uitrusting en kleding zijn vaak op mannennormen gemaakt. Voorbeelden: mannenpakken als uitgangspunt voor blouses, kogelvrije vesten die niet passen bij het vrouwelijk lichaam, te grote helmen en rugzakken die niet op de heupen rusten. Boekholt legt uit dat die verkeerde uitrusting medisch-mechanische gevolgen heeft; veel uitval in opleidingen bij vrouwen komt door fysieke blessures zoals scheenbeenvliesontsteking en gebroken middenvoetsbeentjes. Haar oplossing is niet om eisen te verlagen, maar om materiaal en kleding aan te passen (bijvoorbeeld vrouwenspecifieke rugzakken en lichtere uitrusting), wat ook mannen ten goede kan komen.

Sommige veranderingen stuitten op weerstand: toen zij uniformaanpassingen introduceerde ontstonden klachten en boosheid. Toch is er vooruitgang: er is een nieuwe business dress ingevoerd en recent werden jurken in de kleuren van landmacht, luchtmacht/marechaussee en marine gepresenteerd na proefprojecten.

Cijfers illustreren de opgave: momenteel is ongeveer 12% van de militairen vrouw, en inclusief burgerpersoneel ruim 18%; het doel is 30%. Boekholt benadrukt dat diversiteit en inclusie formeel niet haar portefeuille zijn, maar dat ze zich uit persoonlijke overtuiging inzet voor vrouwenemancipatie voordat zij met pensioen gaat. Prijzen ziet ze niet als beloning maar als aansporing tot nieuwe acties; ze wil de komende maanden onder meer aandacht besteden aan de veiligheid van vrouwen en meiden in de openbare ruimte, als vervolg op initiatieven zoals “Geef onze nacht terug”.

Op de vraag of ze ooit opperbevelhebber wil worden, antwoordt ze dat ze zou overwegen als men haar daarvoor benadert: dan moet men haar wíllen, zegt ze — iemand die cultuur kan veranderen en dingen in beweging brengt.