Handelsdag: Nvidia overtreft verwachtingen, maar aandeel zakt
In dit artikel:
Jamie McGeever uit Orlando rapporteert dat Wall Street woensdag breed steeg: de S&P 500 bereikte een nieuw record, gedreven door verwachtingen dat de Federal Reserve volgende maand de rente zal verlagen en het vertrouwen dat Nvidia opnieuw sterke kwartaalcijfers zal neerzetten. Handelaren geven nu bijna 90% kans op een septemberverlaging, waardoor de 2‑jaarsrente tot het laagste niveau sinds mei daalde. New York Fed‑president John Williams zei dat renteverlagingen waarschijnlijk zijn, maar dat meer economische data vereist blijven.
De marktdynamiek laat ook een verschuiving zien van hightech- en groeiaandelen naar waarde‑ en smallcap‑sectoren: energie en gezondheidszorg stonden woensdag vooraan, terwijl de Russell 2000 een 2025‑hoogte noteerde en opnieuw beter presteerde dan de grote indices. Of deze rotatie voortduurt hangt mede af van Nvidia’s tweedekwartaalresultaten en de Fed‑beslissing op 17 september.
In China stokte een eerdere AI‑gedreven opleving: na recente pieken daalde de Shanghai Composite woensdag bijna 2%, de grootste daling sinds april. De Hongkongse techindex steeg in augustus sterk en staat duidelijk boven het april‑dieptepunt, maar macrogegevens blijven zwak—de Chinese surprise‑index zakte onlangs naar het laagste punt van het jaar—waardoor winstnemingen en vraagtekens over de duurzaamheid van de rally opduiken.
Het centrale thema van de column is het gevaar van openlijke politisering van het monetaire beleid. McGeever waarschuwt dat te veel politieke inmenging de onafhankelijkheid en geloofwaardigheid van centrale banken kan ondermijnen, met ruimere negatieve effecten zoals verslechtering van de wisselkoers, hogere inflatie, oplopende schulden en hogere risicopremies.
Ter illustratie bespreekt hij vijf historische voorbeelden:
- Turkije: het beleid van president Erdogan om rente te verlagen leidde tot dramatische valuta‑verliezen en hyperinflatoire ontwikkelingen toen de centrale bank toegegeven aan politieke druk.
- Argentinië: terugkerend overheidsingrijpen dwong de centrale bank vaak tot monetair financieren, met chronische inflatie en herhaalde crises tot gevolg.
- India: politieke druk op de Reserve Bank leidde in 2018 tot het plotselinge vertrek van gouverneur Urjit Patel, gevolgd door financiële onrust.
- Japan: decennia van nauwe samenwerking tussen regering en centrale bank (sinds Abenomics) resulteerden in enorme balansuitbreiding, maar onvoldoende duurzame groeiresultaten en hoge staatsschulden.
- Verenigde Staten: eerdere politieke inmenging in de jaren zeventig droeg bij aan een periode van sterke inflatie, een historische waarschuwing dat ook grote economieën kwetsbaar zijn.
McGeever concludeert dat hoewel de VS door zijn rol als uitgever van de reservevaluta uniek is en direct effect mogelijk beperkt lijkt, politieke druk op de Fed wereldwijd verstrekkende gevolgen kan hebben.