Hendrik-Jan Biemond: 'We hebben moedige, maar saaie mensen nodig in de politiek'

woensdag, 31 december 2026 (06:19) - Het Financieele Dagblad

In dit artikel:

Hendrik‑Jan Biemond is een opvallende en vaak tegenstrijdige figuur uit Amsterdam: oud‑openbaar aanklager die later topbedrijven als ING en SHV bijstond, voormalig PvdA‑gemeenteraadslid en sinds kort commissaris bij De Nederlandsche Bank. Als raadslid (2018–2022) veroorzaakte hij in 2019 veel commotie door tijdens de Pride Parade in een boerka te verschijnen uit protest tegen het gedeeltelijke boerkaverbod in Amsterdam — een actie die hem kritiek opleverde van partijprominenten zoals Lodewijk Asscher en Marjolein Moorman. Biemond verdedigde zijn optreden als pleidooi voor keuzevrijheid.

Zijn loopbaan kent scherpe wendingen. Als aanklager zorgde hij onder meer voor veroordelingen van drie oud‑topmensen van Ahold, maar maakte daarna de overstap naar de andere kant van het juridische landschap: hij vertegenwoordigde bedrijven en invloedrijke individuen in conflicten met het Openbaar Ministerie. Bij het advocatenkantoor Allen & Overy zette hij zich ook in voor diversiteitsbeleid. Twee jaar geleden beëindigde hij na twintig jaar het dagelijks advocaatsschap omdat hij meer ruimte wilde om te twijfelen en te reflecteren — een reactie op wat hij ziet als een tijdperk van onmiddellijke meningen en gebrek aan diepgang.

Privé en in stijl blijft Biemond non‑conformistisch: hij is openlijk lhbt’er, opgegroeid in een streng gereformeerd milieu, woont deels in Italië en heeft een truffelhond. Hij eet geen vlees maar is niet dogmatisch over ieders keuzes; het culturele leven — theaterprojecten als Bureau Vergezicht en het Holland Festival — beschouwt hij als noodzakelijk om maatschappelijke vraagstukken niet alleen rationeel, maar ook voelbaar te maken. Die empathie en het vermogen zich te verplaatsen in anderen noemt hij belangrijke kwaliteiten, deels gevormd door zijn ervaring als buitenstaander en het moeten behouden van zichzelf.

Politiek is Biemond een overtuigd sociaaldemocraat die gelooft in de verbinding tussen sociaal en ecologisch beleid; hij ervoer in de gemeenteraad veel samenwerking achter de schermen, ondanks publieke polarisatie. Hij maakt zich zorgen over oppervlakkige, talkshowgedreven politiek en mist stille, doorgedreven bestuurders die systemen moderniseren. In het zakelijke domein gaf intellectuele uitdaging en bewijsdrang hem reden om commerciële cliënten te helpen, ook al worstelde hij soms met morele vragen over welke zaken hij verdedigde.

Als commissaris bij De Nederlandsche Bank ervaart hij een andere rol dan als advocaat: minder het slimste jongetje uithangen, meer toezicht en collectieve verantwoordelijkheid. Zijn slotboodschap is normatief en praktisch tegelijk: de samenleving heeft volgens hem empathie nodig — ontmoetingen in cafés, musea of via literatuur — om weer begrip voor elkaar te vinden en complexe problemen beter te kunnen doorvoelen en oplossen.