Huishoudens in de eurozone sparen opnieuw meer en trappen zo op de rem van de groei

In dit artikel:

Huishoudens in de eurozone hebben in het tweede kwartaal juist meer gespaard in plaats van minder: volgens Eurostat klom de spaarquote naar 15,4% (was 15,2% een kwartaal eerder), ruim boven de pre‑pandemische 12–13%. De investeringsquote van huishoudens stabiliseerde en kwam het afgelopen jaar uit op 9%.

De verklaring ligt bij het opbouwen van buffers en het herstel van vermogens dat tijdens de inflatiegolf werd aangetast, terwijl aanhoudend negatief nieuws — van hoge rentes tot trage groei en zwakke concurrentiekracht — consumenten terughoudend houdt. Economen en de ECB hadden gerekend op een daling van de spaarquote nu reële lonen grotendeels hersteld zijn en de werkloosheid laag blijft; de ECB verwachtte dit jaar 14,7% en verdere afnames daarna.

Tegelijkertijd wijzen data op zorgwekkende signalen voor de economie: detailhandelsverkopen groeiden in augustus slechts 1,0% op jaarbasis en het winstaandeel van bedrijven daalde verder, een voortzetting sinds begin 2023 die duidt op dalende winstgevendheid doordat lonen harder stijgen dan toegevoegde waarde. Ter vergelijking: in de VS daalde de spaarquote dit jaar naar onder de 5%.