Hypotheken van Fed Gouverneur Cook: Wat is bekend en wat niet
In dit artikel:
President Donald Trump heeft Federal Reserve-gouverneur Lisa Cook beschuldigd en ontslagen wegens wat hij noemt “gegronde redenen”: volgens hem gaf zij onjuiste informatie over hypotheekaanvragen uit 2021. De eerste publieke verwijzing naar die claims kwam van William Pulte, directeur van de Federal Housing Finance Agency, die in een strafrechtelijke melding aan procureur-generaal Pam Bondi stelde dat Cook twee adressen als haar hoofdverblijf had opgegeven; Pulte meldde daarnaast een derde woning bij justitie.
Cook reageert met een rechtszaak tegen Trump en de Fed. Zij zegt dat Trumps bewering ongegrond is en dat de president geen juridische grond had om haar te ontslaan; bovendien stelt ze dat het voorwendsel diende als vergelding omdat zij weigerde de rente te verlagen. Belangrijke feiten en veel onbekenden rondom de hypotheken uit 2021:
- De hypotheekdocumenten tonen drie leningen, allemaal afgesloten in 2021 toen Cook professor was aan Michigan State University en nog vóór haar bevestiging door de Senaat in mei 2022. Het gaat om: $361.000 voor een appartement in Cambridge (7 april 2021), $203.000 in Washtenaw County, Michigan (18 juni 2021) en $540.000 in Fulton County, Georgia (2 juli 2021). De eerste kwam van Bank Fund Credit Union; de hypotheek in Michigan van University of Michigan Credit Union; de Georgia-lening ook van Bank Fund.
- De documenten bevatten verschillende bewoningsclausules: twee leningen bevatten een verplichting de woning binnen 60 dagen als hoofdverblijf te betrekken voor ten minste een jaar; de Cambridge-lening droeg een “second home”-clausule (voornamelijk eigen gebruik, niet verhuurd). Het is onduidelijk of Cook schriftelijke toestemming van de geldgevers had, of er bijzondere omstandigheden waren, en of zij de panden daadwerkelijk en hoe lang bewoonde.
- Rentes: Cook’s tarieven lagen niet substantieel gunstiger dan het landelijke gemiddelde toen. Voor de 15-jarige lening nam ze 2,875% (landelijk 2,23–2,45% in die periode); de 30‑jarige bedroeg 3,25% (landelijk 2,93–3,04%); de 15‑jarige investering/huurwoning had 2,5% (landelijk 2,19–2,45%). Dat feit wordt door sommige experts aangehaald als indicatie dat geldverstrekkers mogelijk op de hoogte waren van de werkelijke bewoningssituatie en de risico’s in de prijs verrekenden.
- Waarom dit relevant is: hypotheken voor hoofdverblijf en tweede woningen hebben doorgaans gunstigere voorwaarden dan leningen voor beleggingsobjecten. Als iemand onjuist een woning als hoofdverblijf opgeeft om betere voorwaarden te krijgen, kan dat bewoningsfraude vormen; studies tonen dat dergelijke misclassificatie in sommige periodes voorkwam.
Veel vragen blijven onbeantwoord: of er schriftelijke toestemmingen waren, of de geldverstrekkers misleid zijn, of de leningen juridisch of strafrechtelijk problematisch zijn en of Pulte’s verwijzing naar justitie leidt tot onderzoek. De zaak speelt zich af tegen de achtergrond van lage rentes en veel herfinancieringen kort na het uitbreken van de COVID‑pandemie, en raakt aan bredere thema’s van Fed-onafhankelijkheid en de vraag wanneer een president bestuursleden kan ontslaan.