'Jongeren zijn niet ongelukkiger. Ze kunnen er alleen beter over praten'
In dit artikel:
De mentale gezondheid van jongeren in Nederland lijkt onder druk te staan, versneld door factoren zoals de isolatie tijdens de coronapandemie en de invloed van sociale media. Bijzonder hoogleraar Levi van Dam, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, pleit ervoor dat de directe omgeving van jongeren meer ondersteuning kan bieden, waardoor niet altijd jeugdzorg nodig zou zijn. Hoewel de vraag naar jeugdzorg recentelijk minder snel groeit, blijft het aantal jongeren dat hulp zoekt hoog — momenteel één op de zeven.
Van Dam heeft zelf een indrukwekkende achtergrond en wil oplossingen voor deze mentale gezondheidscrisis buiten de gebruikelijke zorg en academische instellingen zoeken. Hij is van mening dat preventie cruciaal is en dat er een breder maatschappelijk perspectief moet komen dat jongeren ondersteunt in hun ontwikkeling. Huidige initiatieven, zoals de samenwerking met het bedrijfsleven en applicaties die jongeren helpen met ontspanning, zijn voorbeelden van zijn vernieuwende aanpak. Zijn doel is om jongeren beter te ondersteunen, zodat ze niet vaak aankloppen bij de jeugdzorg, maar eerder leren om met hun mentale pijn om te gaan.
Er blijft echter scepsis over zijn ideeën, hoewel steeds meer organisaties zijn aanpak omarmen. Van Dam benadrukt dat de terminologie rond mentale gezondheid bij jongeren verwarrend kan zijn en dat er een breder begrip moet komen van diversiteit in psychologisch functioneren. Hij pleit voor samenwerking met het bedrijfsleven en andere partijen om een verandering teweeg te brengen in de ondersteuning van jongeren, met de overtuiging dat sociale ondernemerschap een waardevolle rol kan spelen.