Kennedy's adviseurs schrappen hepatitis B-vaccinadvies voor meeste kinderen

In dit artikel:

Een door Robert F. Kennedy jr. samengestelde groep vaccinadviseurs van de CDC debatteerde vrijdag tijdens een ACIP-vergadering over het mogelijk afschaffen van het al sinds 1991 geldende advies om vrijwel alle pasgeborenen in de VS direct na de geboorte tegen hepatitis B te vaccineren. Dat advies — de eerste prik bij geboorte gevolgd door twee vervolgdoses — reduceert het infectierisico volgens studies met ongeveer 95 procent. Volksgezondheidsspecialisten waarschuwen dat het opheffen van de geboortedosis zal leiden tot meer levenslange hepatitis B‑infecties, met op lange termijn verhoogde kansen op leverkanker en sterfte.

Het comité behandelt twee voorstellen. Een daarvan beperkt vaccinatie tot baby’s van moeders die positief testen op hepatitis B; voor andere kinderen zou vaccinatie afhankelijk worden gemaakt van gedeelde besluitvorming tussen ouders en zorgverleners, met de optie om de serie pas vanaf twee maanden te starten. Een geplande stemming over vaccinatie wanneer de moederstatus onbekend is, werd vroeg in de zitting van de agenda gehaald. Critici, onder wie Stanford‑infectieziektenexpert Yvonne Maldonado, vrezen dat gedeelde besluitvorming praktisch tot gemiste vaccinatiekansen leidt.

De samenstelling van het adviesorgaan is onderwerp van controverse: Kennedy verving in juni zeventien onafhankelijke experts door mensen die grotendeels zijn zienswijze delen. Tijdens de bijeenkomst zullen ook niet‑wetenschappers spreken, waaronder advocaat en antivaccinactivist Aaron Siri, wat politieke reacties oproept — senator Bill Cassidy bekritiseerde de commissie scherp. Farmabedrijven (Sanofi, Merck, GSK) verdedigen de veiligheid van hun vaccins. De uitkomst van de voorgenomen stemmingen kan grote gevolgen hebben voor het Amerikaanse vaccinatieschema en de volksgezondheid.