Naar school in Kaboel
In dit artikel:
Goed onderwijs ontbreekt massaal in Afghanistan; het land scoort bijna onderaan op de VN-ranglijst voor opleidingsniveau en minder dan 40 procent van de bevolking is gealfabetiseerd. Sinds de terugkeer van de Taliban in 2021 verslechterde de situatie, vooral door het verbod op voortgezet onderwijs voor meisjes na de lagere school. Unicef schat dat meer dan 2 miljoen meisjes inmiddels zijn uitgesloten van vervolgonderwijs en waarschuwt dat dat aantal tot boven de 4 miljoen kan groeien tegen 2030 als het verbod blijft.
De gevolgen strekken zich ver uit: minder onderwijs van meisjes vergroot het risico op kindhuwelijken, ondermijnt de volksgezondheid en vermindert het aantal vrouwelijke zorgverleners, met negatieve effecten op economie en maatschappelijke ontwikkeling. Maar ook jongens staan er slecht voor: openbare scholen kampen met schaarse middelen en een tekort aan docenten, waardoor veel ouders hun kinderen naar religieuze scholen sturen.
De madrassa’s zien een snelle groei; het ministerie van Onderwijs meldt bijna 23.000 door de staat gesubsidieerde religieuze scholen erbij in de afgelopen drie jaar. Hun curriculum draait vooral om het uit het hoofd leren van de Koran, Arabisch en islamitische rechtspraak, al bieden sommige ook basisvakken als wiskunde en Engels. Voor veel gezinnen zijn madrassa’s de enige toegankelijke optie na de lagere school, vooral voor meisjes, maar veel van die scholen voldoen niet aan internationale onderwijskwaliteitsnormen en critici noemen ze sterk ideologisch gekleurd. De opkomst van die religieuze instituten kan daardoor langdurige gevolgen hebben voor de toekomst van Afghanistan.