Opluchting rond Nvidia neemt angst voor techbubbel niet weg

donderdag, 20 november 2025 (15:17) - IEX.nl

In dit artikel:

Markten hebben de recente winstcijfers van AI-favoriet Nvidia doorkomen, maar beleggers blijven bezorgd over de macht van paar grote technamen om de marktsentimenten snel te draaien zolang waarderingen hoog blijven. In Londen en op Wall Street zorgde Nvidia woensdag voor opluchting: het meldde versnellende groei na een reeks zwakkere kwartalen en gaf een kwartaalvooruitzicht dat de verwachtingen overtrof, wat donderdag positief doorklonk op wereldwijde beurzen.

Toch weegt die opluchting niet op de bredere zorgen: aandelen wereldwijd staan deze maand bijna 3% lager en zijn op weg naar hun grootste maandelijkse verlies sinds maart, deels omdat investeerders vrezen dat de rally in technologie te ver en te snel is gegaan. Analisten en strategen wijzen op twee centrale risico’s: de zware concentratie van marktkapitalisatie bij de zogenoemde “Magnificent Seven” (waaronder Nvidia en Meta) en de vraag of de enorme AI‑uitgaven daadwerkelijk rendement zullen opleveren.

De waarderingen zijn duidelijk verhoogd: de forward koers-winstverhouding van de technologiesector in de S&P 500 ligt rond de 30, ruim boven het tienjaarsgemiddelde van 22,2. Vergelijkingen met de dotcomperiode duiken weer op, en er is bezorgdheid over schuldenniveaus bij sommige techbedrijven. Kritische stemmen, zoals Mark Haefele van UBS, waarschuwen expliciet voor bubbelrisico’s. Tegelijk adviseren partijen zoals Amundi een onderweging van megacaps en kiezen ze voor afdekking via derivaten om concentratierisico te beperken.

Beleggers en analisten geven aan dat kwartaalcijfers van AI-bedrijven tegenwoordig bijna net zo bepalend zijn voor de marktsentimenten als traditionele macrocijfers. De komende weken zullen cijfers en signalen over hoe breed AI daadwerkelijk wordt uitgerold cruciaal zijn om te bepalen of de huidige waarderingen houdbaar zijn. Verwacht een hobbelige rit: sterke bedrijfsresultaten zoals die van Nvidia kunnen tijdelijk optimisme brengen, maar structurele twijfels over rendement en concentratie blijven terugkeren.