Toekomstmuziek: AI in de dance 

woensdag, 31 december 2026 (06:19) - Het Financieele Dagblad

In dit artikel:

AI verovert in snel tempo de muziekstudio: platforms als Suno en Udio kunnen binnen enkele minuten complete tracks met melodieën, arrangementen en zelfs lyrics genereren, waardoor traditionele productieprocessen sterk verkorten. Dat veroorzaakt verdeeldheid in de muziekindustrie: voor sommigen is het een creatieve goudmijn, voor anderen het einde van de menselijke ziel in muziek.

De Nederlandse producer Ronald Molendijk, actief sinds de jaren tachtig, ervaart de technologie dubbelzinnig. Hij bewondert de technische mogelijkheden — een onvermoeibare toetsenist in de studio — maar mist juist het leerproces en de imperfecties die volgens hem karakter en verrassingen opleveren. Molendijk noemt AI een uitstekende assistent, “geen vervanger”, en waarschuwt dat massale inzet puur om snellere streams te genereren tot oversaturatie en verlies van emotie kan leiden.

AI-expert Renée van Holsteijn plaatst de ontwikkeling historisch: dansmuziek en technologie zijn altijd nauw verweven geweest en aanvankelijke weerstand bij nieuwe gereedschappen (zoals autotune) sloeg later om in nieuwe creatieve stijlen. Voor haar draait het om intentie: AI moet niet primair inzetten om kosten te drukken of productie te versnellen, maar om diepte en nieuwe mogelijkheden te bieden. Ze verwijst naar artiesten zoals Grimes, Sevdaliza en Holly Herndon, die AI gebruiken om stemmen of ideeën te delen en zo het creatieve eigenaarschap en experiment te verkennen. Tegelijk maakt ze zich zorgen over de commerciële verdringing: op Deezer worden dagelijks naar schatting 30.000 AI-nummers geüpload — een groot deel van de stroom nieuwe content.

De juridische en economische consequenties zijn groot en onduidelijk, stelt advocaat Sander Petit (bekend als De Dance-advocaat). Wetgeving loopt achter bij technologie: de vraag wie de maker is van AI-muziek — gebruiker, ontwikkelaar of het model zelf — hangt af van de menselijke creatieve inbreng en gebruikersvoorwaarden, met grote gevolgen voor auteursrecht en inkomsten. Een recente zaak van majors als Warner, Sony en Universal tegen Suno en Udio leidde tot een schikking: Udio mag bekende muziek gebruiken om modellen te trainen, waarbij betrokken artiesten een vergoeding krijgen; hoe hoog die is, bleef geheim. Suno kondigt aan gebruikers te laten betalen om nummers te downloaden en te distribueren. Petit pleit voor realisme: verbieden is zinloos, maar ethisch en juridisch verantwoorde toepassing (bijvoorbeeld trainen op eigen materiaal) is cruciaal.

Artiesten zelf experimenteren op uiteenlopende manieren. Reinier Zonneveld ontwikkelde R², een AI-model getraind op zijn volledige oeuvre, dat tijdens livesets fungeert als muzikale sparringpartner: het herkent zijn handelsmerken maar improviseert ook terug, waardoor een live-duet met zichzelf ontstaat. Vincent Rooijers (Droeloe) gebruikte AI-gegenereerde stemmen op zijn album om abstractie en introspectie te creëren, niet om menselijke vocalisten te vervangen. Legowelt (Danny Wolfers) blijft sceptisch en hecht aan het proces en de menselijke hand, al benut hij AI vooral als kennisbron (bijvoorbeeld via ChatGPT) voor obscure stijlkennis.

Belangrijke thema’s die opkomen: de rol van imperfectie en “happy accidents” in creatie; de verleiding van overproductie voor streaminginkomsten; de nood aan duidelijke auteursrechtelijke kaders; en de mogelijkheid voor artiesten om AI juist als verlengstuk van hun verbeelding te gebruiken. De praktijk laat zien dat AI zowel kan verdiepen als vervlakken — het verschil zal vaak bepaald worden door de intentie van makers, transparantie over gebruikte trainingsdata en of de technologie wordt ingezet om te vervangen of om uit te breiden. De muziekindustrie staat voor de uitdaging regels, vergoedingen en artistieke normen bij te stellen terwijl technologische innovatie onomkeerbaar doorzet.