Trump's nieuwe visumkosten leiden tot offshoring en chaos bij werving
In dit artikel:
De regering-Trump heeft vrijdag een ingrijpende verhoging van de kosten voor nieuwe H-1B-visumaanvragen aangekondigd — een maatregel die bedrijven in Silicon Valley en elders dwingt hun personeelsstrategieën te heroverwegen. Waar werkgevers voorheen slechts enkele duizenden dollars betaalden, staat nu een heffing van naar verluidt $100.000 per nieuwe aanvrager op het spel. De maatregel geldt alleen voor nieuwe visumaanvragen, niet voor huidige houders, maar onduidelijkheid over de uitvoering zorgt al voor opschorting van wervingsplannen en budgetten bij technologiebedrijven.
Techbedrijven, start-ups en investeerders voeren op bestuursniveau gesprekken over het verplaatsen van functies naar lagelonenlanden zoals India of het outsourcen van werkzaamheden om de extra kosten te vermijden. Sommige grote organisaties zagen al vóór deze aankondiging kansen om capaciteit in India uit te breiden; Accenture heeft bijvoorbeeld plannen gemeld voor een grote campus in Andhra Pradesh met tienduizenden banen. Advocaten en ondernemers melden dat zowel gerenommeerde Fortune 100-bedrijven als kleinere startups serieus overwegen minder H-1B-werknemers aan te nemen of werkzaamheden buiten de VS te beleggen.
Het H-1B-programma is traditioneel een belangrijk kanaal geweest voor hoogopgeleide buitenlandse IT-ers en voor afgestudeerden die in de VS willen blijven werken. Volgens Pew Research werden in 2024 ongeveer 141.000 nieuwe H-1B-aanvragen goedgekeurd, waarbij veel aanvragen buiten het formele jaartalmaximum van 65.000 vallen (onder meer universitair personeel). Analisten waarschuwen dat het nieuwe prijskaartje het balanspunt verschuift: lagere lonen en groeiende innovatiehubs in landen als India maken verplaatsing aantrekkelijker, zeker voor bedrijven die niet de financiële middelen hebben van Big Tech.
Startups lopen volgens investeerders het grootste risico. Terwijl grote technologiebedrijven de extra kosten kunnen absorberen, vertrouwen kleine bedrijven vaak op aandelengerichte beloningspakketten en hebben zij minder cash om een extra tarief van zes cijfers op te hoesten. Durfkapitalisten vrezen dat de maatregel concurrentie vermindert en jonge ondernemingen onevenredig schaadt.
Beleidsmakers die de maatregel steunen zeggen dat het H-1B-systeem lonen onder druk zet en banen van Amerikanen wegneemt; critici waarschuwen juist voor een braindrain en een rem op innovatie. Een rapport uit 2022 van de National Foundation for American Policy stelde dat meer dan de helft van de Amerikaanse bedrijven met een waardering van $1 miljard of meer een oprichter met een immigratieachtergrond had.
Juridische stappen tegen de maatregel worden voorbereid: advocaten van startups hopen dat rechters het executieve beleid beperken op grond dat de regering haar bevoegdheden te buiten is gegaan. Blijft de regeling intact, dan vrezen betrokkenen dat de VS aan aantrekkingskracht verliest en veel internationaal talent naar andere landen zal uitwijken.