Trump schudde de wereldhandel dit jaar op; onzekerheid kan in 2026 aanhouden
In dit artikel:
De terugkeer van Donald Trump naar het Witte Huis in 2025 zette een nieuw hoofdstuk in de wereldhandel in gang: hij voerde brede tarieven in die het gemiddelde Amerikaanse invoertarief volgens Yale Budget Lab verhoogden van minder dan 3% eind 2024 naar bijna 17% — het hoogste niveau sinds de Grote Depressie — en goed waren voor circa 30 miljard dollar per maand aan opbrengsten voor de Amerikaanse schatkist. Die stap schudde financiële markten op en leidde tot snelle ronden van onderhandelingen met grote partners om tarieven te verlagen in ruil voor Amerikaanse investeringsbeloften.
In 2025 werden raamwerkafspraken gesloten met onder meer de EU, het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland, Japan, Zuid‑Korea en Vietnam. Een akkoord met China bleef echter uit, ondanks meerdere onderhandelingsrondes en een persoonlijke ontmoeting tussen Trump en Xi Jinping. De EU‑deal — een tariefplafond rond 15% gekoppeld aan vage investeringsbeloften — riep veel kritiek op, maar Europese exporteurs en economieën pasten zich grotendeels aan via vrijstellingen en alternatieve markten. Franse en Europese zorgen lieten niettemin politieke wrevel zien; de economische effectschattingen zijn relatief beperkt (Société Générale noemde een directe impact van circa 0,37% van het EU‑bbp).
China reageerde door zijn productieketens te verschuiven en de yuan te laten depreciëren; daardoor groeide het handelsoverschot richting en boven 1 biljoen dollar, terwijl het land zijn invloed op cruciale grondstoffen zoals zeldzame aardmetalen gebruikte als hefboom. Tegen veel voorspellingen in veroorzaakten de tarieven geen langdurige economische ramp of aanhoudende hoge inflatie. De Amerikaanse economie kromp kort in het eerste kwartaal door een invoerrush voorafgaand aan de tarieven, maar herstelde snel dankzij sterke investeringen in kunstmatige intelligentie en robuuste consumentenbestedingen; het IMF verhoogde tweemaal zijn groeiverwachting voor de wereldeconomie nadat onzekerheid afnam.
De grote vragen voor 2026 betreffen zowel juridische als geopolitieke onzekerheden. Een zaak over de nieuwe juridische basis voor de zogenaamde „wederkerige” tarieven (en heffingen gekoppeld aan fentanyl‑instroom) werd eind 2025 aan het Amerikaanse Hooggerechtshof voorgelegd; een uitspraak wordt begin 2026 verwacht en kan bestaande deals of de houdbaarheid van tarieven ingrijpend beïnvloeden. De Trump‑regering zegt dat zij bij verlies kan overschakelen op andere bevoegdheden, maar die zijn ingewikkelder en beperkter.
Voor Europa is cruciaal hoe de handelsrelatie met China zich ontwikkelt: Europese bedrijven vinden moeilijker voet aan de grond op de Chinese binnenlandse markt, terwijl sommige EU‑functionarissen „onevenwichtigheden” willen aanpakken — mogelijk met eigen maatregelen. Eveneens belangrijk zijn pogingen om een stevig VS‑China‑akkoord te sluiten (de huidige dooi loopt af in de tweede helft van 2026; nieuwe topontmoetingen Trump‑Xi staan gepland) en de herziening van het Noord‑Amerikaanse handelsakkoord met Canada en Mexico, dat volgend jaar op de agenda staat.
Analisten zien tekenen dat het beleid iets wordt afgezwakt om inflatiedruk te verminderen. Zoals Chris Iggo van AXA Investment Managers het samenvatte: „Het lijkt erop dat de regering haar hardste houding over tarieven terugdraait … Het zou marginaal gunstig kunnen zijn voor het inflatiebeeld als tarieven worden verlaagd of op zijn minst niet verder worden verhoogd.” De uitkomst van juridische procedures, hervatting van VS‑China‑gesprekken en beslissingen over handelsakkoorden zullen bepalen of 2026 een periode van stabilisatie of nieuwe onzekerheid wordt.