Trump verlaagt heffingen op vlees, koffie en ander voedsel door inflatiezorgen

In dit artikel:

President Donald Trump heeft vrijdag de invoerheffingen op tientallen voedingsmiddelen ingetrokken, waaronder veel basisproducten zoals gehakt, biefstuk, tomaten en bananen. De vrijstellingen gelden met terugwerkende kracht vanaf donderdag middernacht en vormen een duidelijke draai in zijn handelsbeleid dat eerder dit jaar fors werd verhard met brede tarieven. De stap komt te midden van groeiende onvrede onder Amerikaanse consumenten over hoge supermarktrekeningen en na electorale nederlagen van Republikeinse bondgenoten in deelstaat- en stadsverkiezingen waar betaalbaarheid centraal stond.

De regering kondigde ook raamakkoorden aan met Argentinië, Ecuador, Guatemala en El Salvador die, zodra afgerond, tarieven op bepaalde levensmiddelen en andere importen moeten schrappen; Washington streeft naar meer overeenkomsten tegen het eind van het jaar. Economische cijfers onderstrepen de prikkelende reden: rundvleesprijzen lagen in september ruim boven het jaar ervoor (ongeveer 13% duurder voor gehakt, circa 17% voor steaks), bananen waren ongeveer 7% duurder en tomaten stegen licht. De kosten van voedsel voor thuisconsumptie waren in september 2,7% hoger.

Critici, vooral Democraten, zien de terugtrekking als erkenning dat Trumps handelsoorlog de inflatie heeft aangewakkerd. Richard Neal, de hoogste Democraat in de Ways and Means-commissie, betoogde dat de administratie nu een probleem oplost dat zij zelf veroorzaakte. Economen waarschuwen dat bedrijven mogelijk nog meer van de invoerlast zullen doorberekenen, waardoor de voedselprijzen op termijn opnieuw kunnen stijgen.