Westen jaagt op zware zeldzame aardmetalen nu rivaliteit met China oploopt
In dit artikel:
Het Westen bouwt met vaart aan een eigen keten voor supersterke zeldzame-aardmagneten — cruciaal voor defensie, elektrische auto's, elektronica en windturbines — maar stuit op een fundamenteel probleem: een tekort aan zware zeldzame aardmetalen, vooral dysprosium en terbium. MP Materials, het Amerikaanse bedrijf dat eigenaar is van de Mountain Pass-mijn en dat door grootschalige Amerikaanse steun in juli flink is gestuwd, staat centraal in die inspanning. MP wil de volledige keten integreren van mijnbouw tot magneetproductie en kondigde recent een sterke stijging aan in de verwerking van lichte zeldzame aardmetalen. Toch biedt de eigen mijn van MP nauwelijks zware elementen: minder dan 1,8% van de afzetting is middelzwaar of zwaar, en opgeslagen concentraat bevat slechts circa 4% dysprosium en terbium.
Zware zeldzame aardmetalen zijn klein in volumedeel van ertsen, maar onmisbaar voor toepassingen die magnetische eigenschappen bij hoge temperaturen vereisen, zoals snel draaiende EV-motoren. Wereldwijde prijssignalen illustreren de schaarste buiten China: dysprosiumoxide noteerde in Rotterdam rond $900 per kg, tegenover $255 per kg in China. Daardoor blijven westerse fabrikanten en overheden sterk afhankelijk van Chinese verwerking; consultancy's verwachten dat het Westen in 2030 nog steeds voor het overgrote deel afhankelijk zal zijn van China voor zware REE's.
Om die afhankelijkheid te doorbreken zoekt MP actief naar leveranciers in landen als Brazilië, Maleisië en enkele Afrikaanse staten, en wil het ook gerecyclede materialen benutten via een $500 miljoen-deal met Apple. Toch zijn die bronnen beperkt en projecten om nieuwe levering- en verwerkingscapaciteit op te zetten vergen jaren. Lynas (Australië) startte dit jaar met scheiding van zware REE in Maleisië en wil zijn output opkrikken, maar zonder vaste tijdslijn; Iluka bouwt een raffinaderij in West-Australië die vanaf 2027 zware REE zou kunnen verwerken; VAC (Duitsland) sloot langlopende inkoopovereenkomsten met mijnprojecten in Canada en Brazilië en opende een fabriek in South Carolina om magneten te maken. Adamas Intelligence rekent voor dat om de buiten-Chinese magnetenproductie van circa 70.000 ton per jaar in 2030 te voeden, ongeveer 1.650 ton dysprosiumoxide per jaar nodig is — een flinke vraag ten opzichte van huidige aanbodprojecties.
Analyses van CRU en andere consultants laten zien dat zelfs met de huidige investeringsgolf mijnbouw buiten China in 2035 waarschijnlijk maar een minderheid (rond 29% volgens CRU) van de zware REE-vraag uit de auto- en windsector zal dekken. Dat betekent dat er aanzienlijke extra mijnbouwcapaciteit nodig is, tegen hogere kosten dan in China. Milieu- en maatschappelijke zorgen vormen daarbij een bijkomende bottleneck: ion-adsorptieklei (een bron van hogere HREE-gehaltes) wordt vaak gewonnen via chemische doorspoeling, wat in landen als Myanmar tot vervuiling en ontbossing heeft geleid; monazieterts brengt radioactieve bijproducten mee die complexe afvalproblemen opleveren. Deze risico's wekken weerstand bij lokale gemeenschappen en vertragen projecten.
Sommige fabrikanten experimenteren met magneten zonder zware REE, geschikt voor langzamere toepassingen, maar voor high-performance toepassingen blijven dysprosium en terbium cruciaal. MP Materials plant een scheidingsinstallatie die uiteindelijk tot circa 200 ton dysprosium/terbium per jaar zou kunnen leveren en streeft naar een magneetproductie van tienduizenden tonnen per jaar, maar om dat te realiseren zal het bedrijf externe bronnen en intregratiepartners hard nodig hebben — en veel capaciteit en tijd zijn vereist voordat het Westen echt onafhankelijk van Chinese verwerkers kan worden.