Witte Huis neemt banken op de korrel na discriminatie-claim Trump

In dit artikel:

President Donald Trump beschuldigt grote Amerikaanse banken, waaronder JPMorgan en Bank of America, van discriminatie tegen hemzelf en zijn aanhangers vanwege politieke overtuigingen. Hij gaf aan dat deze banken zijn stortingen hebben geweigerd en dat hij hierdoor zijn geld moest verspreiden over kleinere banken in het land. Trump beweert dat toezichthouders onder de regering-Biden banken aanmoedigden om hem financieel te benadelen, hoewel hij hiervoor geen bewijs leverde. JPMorgan en Bank of America ontkennen dat politieke motieven een rol spelen bij het sluiten van rekeningen of het weigeren van diensten.

In reactie op deze beschuldigingen bereidt de regering-Trump een presidentieel besluit voor dat toezichthouders opdraagt om te onderzoeken of banken klanten weigeren op basis van politieke redenen, mogelijk in strijd met de Equal Credit Opportunity Act en andere consumentenbeschermingswetten. Dit besluit zou financiële sancties of andere maatregelen tegen overtredende banken mogelijk maken. Banken zelf wijzen op overmatige regelgeving en interpretaties door toezichthouders als oorzaak van debanking-klachten en pleiten voor een herziening van het regelgevend kader, inclusief anti-witwaswetgeving.

De Federal Reserve had onder Biden toezichthouders aangeraden rekening te houden met reputatierisico's, wat banken ertoe bracht bepaalde klantrelaties kritisch te bezien, waaronder die met Trump. Deze richtlijn werd later ingetrokken, maar het debat over politieke discriminatie en banken blijft hoog oplopen, mede door aanhoudende juridische en reputatierisico's verbonden aan Trump. JPMorgan onderhoudt ondanks de spanningen nog wel bancaire banden met Trumps familie en beheert enkele van zijn campagne-rekeningen. Het toekomstige bestuursbesluit zal waarschijnlijk impact hebben op hoe banken hun klantenservice politiek-neutraal moeten inrichten.